zaterdag 15 augustus 2015

De Camping


Het is vakantie tijd !!!!!!!!!!!!!!!!

Heel veel kinderen zijn al op vakantie geweest en weten dat je ook in een tent vakantie kan vieren.
We gaan dus naar de camping in de yogales.

Tijdens de eerste les zei een kindje: "gaan we dan met de bus?"
Ik vond dat een goed idee dus we gingen met onze benen recht vooruit zitten op ons matje en waren de chauffeur. We hielden ons stuur vast en gingen rijden. We buigen dan naar voren ( dat rekt je rug en daar hebben kinderen veel last van dus dit is een goede oefening voor de rugspieren)
Dan moeten we langzamer gaan rijden want er komt een bocht aan. We buigen naar links en er is ook een bocht naar rechts. Dan rijden we weer rechtdoor en komen we een rood stoplicht tegen. Dus moeten we stoppen. ( er zijn kinderen die vertellen dat hun vader en moeder niet altijd stoppen als het rood is!!)
We wachten even stil tot het groen wordt. Dan rijden we nog een stukje met wat bochten en dan zijn we bij de camping.
We zetten onze tent op door goed op de grond te stampen. Dan één been met een stamp op de grond, dat is één stok van de tent, dan het andere been, de tweede stok, en zo staan de benen uit elkaar op de grond maar er horen ook nog stokken bij die omhoog gaan. Dus we steken onze armen omhoog en houden onze armen in de lucht en houden onze handen tegen elkaar. Dan rekken we ons uit want we zetten de tent goed strak neer.

Je kunt ook de tent inlopen en dat doen we door met onze handen naar de grond te gaan en met de vingers over de grond te lopen zo tussen de benen door naar achter en de tent weer uit door naar voren te lopen met je vingers. Dan brengen we onze armen weer omhoog om de tent te zijn.
Het is zo mooi om te zien hoe trots de kinderen zijn als ze de tent zijn!!

Op de camping zijn ook veel bomen en je kunt er hele leuke spelletjes met elkaar doen. Hiervoor laat ik de kaartjes van Helen Purperhart zien.

We hebben dit allemaal gedaan. Ook al was het soms moeilijk en vielen de kinderen soms om, ze hadden de grootste lol. Zo fantastisch om te zien! Dat is vakantie vieren. Plezier maken!

Als afsluiting heb ik het verhaaltje voorgelezen wat op de kleurplaat stond. Over Danielle die een eigen tentje had op de camping.








Het strand


Het is zomer dus gaan we wel eens naar het strand.
Als ik de kinderen vraag of ze weten wat het strand is en of ze er wel eens zijn geweest antwoorden ze heel verschillend.

De één weet niks van het strand en de ander verteld over de golven, schelpen, krabben, kwallen en het zand.


Om de les wat te visualiseren heb ik een geel ( strand) en blauw ( zee ) doek die ik op de grond leg.
Op het strand liggen de schelpen en er loopt een Krab.
In de zee zwemt een Haai in de Golven.

We beginnen de les met de aroma druppels die we ruiken en uitblazen. Dan het opwarmen van de benen zoals we altijd doen.
Als Aarde oefening vraag ik de kinderen om te stampen op hun matje en dan gaan we onze voeten onder het zand duwen en als ze onder het zand zitten dan springen we hoog zodat we onze voeten weer zien.

Ik vertel dan dat er bergen van zand bij het strand zijn en die heten Duinen.
Op de duinen kun je klimmen en er vanaf rollen. Dat gaan we doen!!!!!!!
We klimmen op handen en voeten het duin op en als we bovenop zijn gaan we liggen en rollen dan, met onze armen langs onze oren, naar beneden. Wat een lol hebben de kinderen. Ze willen er niet mee stoppen maar dan zeg ik: "nu zitten we helemaal onder het zand dus dat gaan we even afvegen".
We kloppen op ons hoofd, borst, buik, benen, voeten, rug en billen zodat al het zand weg is.

Op het strand liggen schelpen, grote en kleine.
Ik vraag de kinderen om te gaan liggen en dan geef ik ze een grote schelp. Ze mogen hem tegen hun oor aanleggen en dan vraag ik of ze de zee horen. We zijn heel stil. Dit is zo mooi om te zien. Want ze luisteren heel goed. De meesten horen de zee en een enkeling zeg: "ik hoor niks".
Maar zo hebben ze wel even rustig gelegen.
Dan mogen ze gaan staan en geef ik ze drie kleine schelpen en laat zien dat je die met je tenen op kan pakken en naar mijn strand kan brengen.



Sommige kinderen proberen het ook met de grote schelpen.




Als alle schelpen op mijn strand liggen dan vertel ik dat de krab ook op het strand is en die loopt opzij. Dat kunnen wij ook gaan proberen.

Dit is een oefening die de kinderen graag doen ook al gaat het lopen moeilijk.

De haai zwemt in de zee en laat zijn vin boven water zien. We bouwen de oefening langzaam op en dan zijn we allemaal de haai die wiebelt op de golven.


De ruggen van de kinderen zijn erg hol geweest dus ik zeg dan: "Laat je handen en voeten maar los, dan ben je weer kindje, en draai maar op je rug en spartel maar met je armen en benen".

Als laatste oefening gaan we over de golven springen.
Ik vraag de kinderen om achter op hun matje te gaan staan. Ik zit voor hun matjes en doe mijn armen wijd. Daar ga ik de golven van maken.
Ik doe mijn armen omhoog en omlaag en zeg: "Daar komen de golven, ze zijn nog klein maar worden steeds hoger. Daar komen ze, ze zijn er bijna. Daar zijn ze.... en SPRING".
Wat een enthousiasme dan. Ze springen op me af.
Wanneer ik vraag of we dit nog een keer zullen doen dan roepen ze allemaal: "JAAAA"!!
Dus dit herhalen we een paar keer.

Omdat we nat zijn van de golven drogen we ons af van boven naar beneden en gaan lekker uitrusten op ons matje.
Ik lees dan een verhaaltje. Deze keer was het van Jip en Janneke "Heel veel ijsjes".

We sluiten af aan tafel met drinken en een kleurplaat of gekleurd papier.