Zintuigen en Ademhaling

Ik begin mijn yoga lessen altijd met het Ruiken van de aroma die ik op de handjes druppel. Zo vertel ik dat dat Inademen heet. Daarna blazen ze de lucht uit terwijl we mooi rechtop zitten. Ik vertel dan dat je beter kan ademen als je rechtop zit en dat doe je door te denken aan een touwtje aan je hoofd waar aan getrokken wordt. Ik heb een marionet van een clown en die laat ik lopen en zitten. Wij hebben geen touwtje nodig om te staan en te lopen maar de clown wel. Dit vinden de kinderen erg leuk. Ze laten zich dan ook zakken op de grond en zeggen : "Zo kan je niet goed ademen".

Het versje over de Zon gaat als volgt:

De zon is rond ( handen voor de borst tegen elkaar,

                        omhoog brengen en dan opzij een rondje maken tot

                        de handen weer voor de borst zijn )

Ik stamp met mijn voeten op de grond

Ik zet mijn voeten en handen op de grond ( met de billen omhoog )

en dan ben ik een Hond

Ik wiebel met mijn staart ( billen heen en weer )

en spring omhoog als een Paard

( Een jongetje zei: een Paard springt toch niet? Maar toen legde ik uit dat paarden soms over een hekje springen. Toen zei hij: Ja maar een kikker springt echt! )

Dan mogen de kinderen gaan liggen en dan geef ik ze een klein knuffeltje die ze op hun buik mogen leggen of onder hun t-shirt mogen doen. Zelf laat ik zien dat als ik inadem mijn buik omhoog gaat en als ik uitblaas mijn buik omlaag gaat.

Dit is best lastig voor de kinderen maar als ze even bezig zijn zie ik de buikjes op en neer gaan. Ik doe het maar even want anders worden ze duizelig.

Ik heb 6 zakjes gemaakt met een elastiekje bovenin. Ik laat de kinderen een lepeltje, een kwastje, een schelpje, een stukje stof, een Dora poppetje en een autootje zien. In elk zakje gaat iets. Dan hussel ik de zakjes door elkaar en geef elk kind één voor één een zakje over de hand en dat mogen ze voelen wat er in zit. Gespannen voelen ze in het zakje en de anderen zitten er gespannen bij om te horen of het goed is wat ze hebben gevoeld. Zodra het goed is lachen en juichen ze!!! Prachtig om te zien.

Dan doen we het versje van de Maan:

De Maan, de Maan, de Maan is rond ( evenals bij de Zon)

Hij schijnt zijn lichtje over de grond ( met platte handen vooruit een rondje

                                                       maken)

Volle Maan, Halve Maan, Volle Maan, Halve Maan ( Armen omhoog, iets rond en

                                                                         dan buigen naar opzij)

Maan waar ben je gebleven? Achter de wolken, heel even? ( op de knieën en

                                                                                      hoofd naar beneden)

Dan Maan, goede nacht

Ik kruip in mijn bed en slaap heel zacht ( languit op de buik)

Als de kinderen dan liggen zeg ik dat ze lekker mogen blijven liggen terwijl ik een verhaaltje voorlees uit Relax Kids.

Alle kinderen vonden het versje van de Maan het leukste van de les!!

Het jongetje wat deze kleurplaat kleurde is pas 3 jaar en vond dat hij eigenlijk tussen de lijntjes moest blijven.

 Een meisje kleurde deze maan met drie potloden tegelijk. Zo knap!!!

Kobus de Kabouter

Onderstaand verhaal heb ik zelf geschreven. Het boek over de Kabouter van Rien Poortvliet was mijn inspiratie. Meestal lees ik een verhaal uit Jip en Janneke maar ik vond geen passend verhaal. Luisterend naar dit verhaal lagen de kinderen rustig op hun matjes. Daarna heb ik ze de tekeningen die in het boek staan laten zien. Dan zitten ze boven op mij om zoveel mogelijk te kunnen zien. Ze vonden het prachtig!!

Het was ochtend en Kobus de kabouter lag in zijn warme bedje onder een mooie gekleurde deken.

Langzaam deed hij zijn ogen open en zag op de klok dat het 8.00 uur was.

Tijd om op te staan en aan te kleden.

Kobus trok zijn bruine broek en blauwe blouse aan en zette zijn rode puntmuts op. Aan zijn voeten deed hij zijn sokken en warme laarsjes. Zo was Kobus klaar om zijn ontbijt te maken. Elke ochtend maakte Kobus eikeltjes pap die hij smakelijk op at. Kobus was bijna klaar om naar buiten te gaan om met zijn vriendjes te spelen maar eerst ging hij nog naar de W.C.

Toen dat was gebeurd ging Kobus de trap af   en de lange gang door   om daar weer een trapje op te gaan.

Toen stond Kobus in het bos onder de grote boom. Kobus zag het Hert aankomen en toen het Hert bij Kobus was vroeg hij: “Kobus zou jij me willen helpen?” Natuurlijk wil ik jou helpen zei Kobus. Zeg maar wat ik kan doen.

Het Hert vertelde dat hij een takje tussen zijn tanden had en dat wilde er niet tussenuit. Kobus zei: ”Ik klim wel even op een tak zodat ik in je bek kan kijken”. Eenmaal op de tak keek Kobus eens goed in de bek van het Hert en zag inderdaad een takje tussen het Hert tanden zitten. Kobus trok even hard aan het takje en…… gelukkig trok Kobus het takje los. Het Hert was zo blij want nu kon hij weer gewoon eten. Met zijn neus wreef het Hert over Kobus zijn wang om Kobus te bedanken. Kobus was héél blij dat hij het Hert had kunnen helpen.

Maar nu wilde Kobus graag spelen. Kobus had aan een tak van een boom een schommel gemaakt van touwtjes en een stokje. Kobus ging op het stokje zitten en zette toen met zijn teentjes op de grond af zodat hij naar voren en naar achteren schommelde. Zijn kleine beentjes gingen naar voren… en naar achteren en met zijn handjes trok hij aan de touwtjes. Daardoor ging hij héél hoog. Zo kon hij zien dat de Egel eraan kwam lopen. Kobus liet zich langzaam uitschommelen. Toen de Egel bij Kobus was aangekomen hing Kobus helemaal stil. Hallo zei de Egel, zou jij met me willen spelen? Dat lijkt me gezellig zei Kobus. Egel zei : weet je dat jij ook een Egel kan zijn? O, ja, zei Kobus, hoe dan?. Nou, als je een halve bolster van een kastanje op je rug zet en je gaat op je knieën en je handen lopen dan lijkt net op mij. Leuk hé!!

Dus zochten Kobus en de Egel een halve bolster van een kastanje en die deed Kobus op zijn rug. Toen Kobus op zijn handen en knieën stond moesten Kobus en de Egel zo hard lachen dat ze over de grond rolden van plezier.

De Kabouter woont in het Bos

Kobus de Kabouter woont in het bos onder een boom. In het bos heeft hij heel wat vriendjes. Zoals het Hert, de Egel de Specht en de Uil.

Voor de les heb ik een doos gemaakt met daarin dennenappels, eikels, takken, een veer en tamme kastanjes uit het bos. Een zelfgemaakte kabouter staat er tussen. In een winkel vond ik de paddestoelen en het egeltje.

Als de les begint laat ik de kinderen eerst alles bekijken. Sommigen vragen direct wat alles is. Het valt me op dat de meeste kinderen nog niet thuis zijn met alles wat er in een bos te zien is. Ik kan dus veel vertellen en ze vinden het prachtig. Dat een eikeltje een hoedje heeft waarmee hij aan de boom hangt daar krijg ik héél verbaasde blikken van. Sommigen hebben ook nog nooit een dennenappel gezien. Ik vind het erg leuk om de kinderen iets van de natuur bij te brengen ook al is het maar op kleine schaal.

De les gaat over de kabouter die 's ochtend wakker wordt in zijn huisje, zich aankleed en gaat ontbijten met eikeltjes pap. Dan wil hij graag naar het bos om te gaan spelen maar wanneer hij uit zijn huisje komt staat daar het Hert. Ik laat het kaartje van het Hert zien en leg uit hoe we het Hert gaan doen. Eerst staan we rechtop met onze voeten naast elkaar, dan zetten we één voet naar voren en onze achterste voet draaien we opzij zodat we stevig staan. Dan buigt onze voorste knie iets naar voren en doen onze armen omhoog. Onze vingers steken gespreid in de lucht. Want een Hert heeft een gewei ( dit laat ik later op een plaatje zien) en dat zijn onze vingers. Alle kinderen doen elke stap prima mee en zijn zo trots dat ze mij vragen of ze het goed doen. Natuurlijk ben ik ook erg trots en steek mijn beide duimen in de lucht. SUPER!! Daarna doen we het nog een keer maar dan met het andere been naar voren.

De kabouter komt ook de Specht tegen en kijkt hoe die met zijn snavel een gat maakt in de boom. De specht moet daarom heel goed de boom vasthouden. Wij gaan ook de Specht nadoen. Eerst staan we rechtop met onze voeten naast elkaar dan zakken we op onze hurken en zetten onze handen naast onze voeten. Dan strekken we één been naar achteren en zetten onze tenen van die voet op de mat. Dit is best lastig want je andere voet staat nog steeds tussen je handen. De kinderen doen dit fantastisch maar wanneer ik vraag het ook met het andere been te doen zijn er kinderen bij die liever even gaan zitten. Prima hoor ik ben al heel erg trots op die ene keer.

We rusten even uit, wiebelen met onze benen en armen om daarna de Uil te doen. We beginnen weer met rechtop staan, zakken op onze hurken en dan zeg ik dat de Uil vleugels heeft die hij op zijn rug houdt. Dat doen we door onze vingers in elkaar te vouwen op onze rug. Zo zit de Uil te kijken, eerst naar links dan naar rechts om vervolgens zijn vleugels héél langzaam uit te slaan om naar een andere boom te vliegen. Dit laatste is het leukste van de Uil. Lachend vliegen de kinderen door het lokaal naar een andere boom waar we weer gaan zitten en rondkijken.

Met de Egel heeft de kabouter altijd veel plezier. De kabouter wil ook graag een Egel zijn. Wij gaan een Egel doen die zich zelf kan verstoppen door zich op te rollen. De kinderen zitten op hun knieën, leggen hun armen om hun knieën en hun neus tussen de knieën. Zo zijn we allemaal een bolletje en zie je niet dat je een Egeltje bent. Héél stil zitten we zo en dan doen we langzaam onze neus weer omhoog. Onze armen opzij en we gaan rechtop zitten en zijn we geen Egel meer.

Dan is het tijd om uit te rusten met een verhaaltje. Dat zal ik de volgende keer op mijn Blog zetten met foto's.

Een prachtige kleurplaat van een meisje waaraan ik vroeg of ze er een boom en een zon bij kon tekenen. Ja hoor, zei ze!!!!