vrijdag 25 mei 2012

Hele kleine dieren in het bos (2)















De kleine dieren die in het bos leven zijn o.a. Een Worm, Kever, Spin, Sprinkhaan,Bij en de Vlinder.
De Worm rolt zich in de grond. De kinderen liggen op hun rug met de armen langs hun oren omhoog en de benen tegen elkaar. Dan rollen ze zich van de rug naar de buik en terug. Deze oefening vinden de kinderen héél erg leuk om te doen. Om te stoppen zeg ik dan dat ze nu geen worm meer zijn maar weer kindjes. Dit werkt erg goed. Ze zitten dan alweer klaar voor het volgende dier.
Dat is de Kever. Een hele moeilijke oefening maar de meeste kinderen, zelfs de jongsten, lukt het heel goed. Ze liggen op de buik met het voorhoofd op de grond de handen gaan onder de buik en met de tenen duwen ze de billen omhoog. Hier moeten ze veel kracht voor zetten. Dus vertel ik dat de kever omrolt naar zijn rug en laat ik ze met hun armen en benen in de lucht spartelen.
Als Spin zitten de kinderen heel stil op hun hurken in het web. Ze wachten op een vliegje die in het web vliegt. Als ik zeg dat er een vliegje is ingevlogen mogen ze met hun handjes de vlieg pakken en oppeuzelen terwijl ze op hun hurken blijven zitten. Hiervoor moeten ze goed in balans op hun voetjes blijven zitten en dat lukt bijna iedereen. Zo KNAP!!!!
De Sprinkhaan zit bijna net zo als de spin maar houdt de handen tegen elkaar. Ook als hij schrikt en héél hoog springt. Hier willen de kinderen heel graag mee doorgaan. Allemaal zitten ze héél stil totdat ik zeg:" Nu schrikt de spinkhaan, 1, 2, 3 SPRING!!! Zo mooi om die afwachtende oogjes te zien en de oogjes te zien glimmen als ze mogen springen.
De Bij kan heel goed zoemen en dat doen we, zittend in kleermakerszit, met de vingers gespreid voor ons gezicht zodat we tussen de vingers door kunnen kijken. De andere vingers liggen onder de neus en op de kin. We ademen diep in en zoemen uit. Ook al lukt de spreiding van de vingers niet bij iedereen toch zoemen ze er vrolijk op los.
Als laatste doen we de Vlinder die we wel vaker in een les hebben gedaan. Maar die vliegt nu helemaal boven in een boom waar hij naar beneden in het bos kijkt en al zijn kleine vriendjes daar ziet zitten.

Als ontspanning lees ik een verhaal uit Jip en Janneke. Het gaat over Jip die gestoken is door een Bij. Daarna vertel ik dat een Bij niet zo snel steekt. Alleen als hij schrikt. Dus kun je beter een Bij niet laten schrikken als hij op een bloemetje zit.

Dat deze les leuk is gevonden was duidelijk. Ik hoorde dat de ouderraadouders vertelden aan de hoofdleidster dat de kinderen van alles thuis hadden verteld en voorgedaan. Ik kreeg de complimenten van de ouders.
Ik ben héél blij dat mijn lessen worden gewaardeerd. Hopelijk zijn er andere kinderdagverblijven die dit ook willen aanbieden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten