Naar een eiland ( 2 )

De Gorilla krijgt soms ook bezoek van de Schildpad. Die gaat dan even uitrusten op het strand en soms verstopt hij zich onder zijn schild. Dat kunnen wij ook en dat doen we zo: Eerst gaan we zitten met onze benen recht naar voren iets uit elkaar, dan houden we onze armen recht naar voren en zetten dan onze handen tussen onze benen, we schuiven onze handen dan onder de bovenbenen en proberen ons hoofd op de grond te leggen. Dit voel je in je rug en aan de binnenkant van je benen dus dat houden we maar heel even vol. Dat is prima, iedereen mag het zelf aanvoelen. We komen heel langzaam omhoog en gaan dan even op onze rug liggen.

Ik vertel dan dat de Gorilla graag mee doet met de Wandelende Boom. Dit is een Mantra voor kinderen. Ik heb daar een CD van maar zing eerst even voor hoe het gaat en doe de bewegingen die erbij horen. Dan gaan we wandelen door het lokaal.

Ik ben een wandelende boom, Jij bent een wandelende boom.( wijzen naar jezelf en naar een ander) 2x

Voeten op de grond ( stampen )

Handen in de lucht

Maak een Regenboog ( handen van boven je hoofd langzaam naar opzij naar je buik brengen)

Met een diepe zucht ( Handen van je buik naar voren laten gaan terwijl je met het geluid HAAA uitademt)

Dit herhalen we verschillende keren zodat het vertrouwd wordt en het wijsje één wordt met je lijf ( mantra ).

De kinderen staan te juichen wanneer ik zeg dat we de Wandelende Boom gaan doen.

Hierna gaan we uitrusten op ons matje en luisteren naar het toepasselijke verhaal van Jip en Janneke: "Poppejans gaat varen".

Met het sleuteltje doen ze de mond op slot en luisteren naar het verhaal.

Met de klankschaal laat ik weten dat de les is afgelopen. Ze mogen hun sleutel weer omdraaien zodat ze kunnen praten en we rekken ons uit. Nadat ik ze bedankt heb dat ze hebben meegedaan vraag ik of ze het een leuke les vonden. Meestal stijgt er een gejuich op. Dan vraag ik wat ze het leukste van de les vonden maar wel één voor één zodat ze naar elkaar kunnen luisteren.

Dan gaan we aan tafel voor een glaasje diksap en om te kleuren. De eerste keren had ik een blauw vel( zee ) en een groen ovaaltje ( eiland ) meegenomen wat ze op elkaar konden plakken. Ik vroeg ze of ze een boom konden tekenen en de golven in de zee. Sommige kinderen lukte dat, anderen tekenden of krasten er andere dingen op. Alles is goed.