donderdag 5 juni 2014

De Piraat ( 1 )


In de speelgoedkast staat een piratenboot dus die wijs ik aan als ik de les ga beginnen en vraag : "weten jullie hoe een Piraat eruit ziet"?
Een jongetje noemt de hoed, een ander zegt dat hij de film van Peter Pan heeft gezien en dat daar ook een piraat in was. 
Dan vertel ik dat de les deze week over een Piraat gaat.
Die vaart op een groot schip maar hij wil naar een klein eiland waar een schat begraven ligt. Dus moet hij zijn schip op zee laten liggen en met een klein bootje naar het eiland varen.
Wij doen dat door op ons matje te zitten met onze benen recht vooruit. Dan pakken we de z.g.n peddels vast en dan gaan we roeien. We brengen onze handen naar voren, langs onze benen naar je buik en weer naar voren. Langzaam noem ik het steeds weer zodat de kinderen niet in het wilde weg hun armen bewegen. Dat gaat heel goed.
Als we bij het eiland zijn stappen we uit ons bootje in de zee. Dan moeten we nog over een paar golven springen. De kinderen gaan aan het einde van hun matje staan. Ik sta ervoor met mijn armen wijd en maak een golvende beweging en zeg: "Daar komt de golf, spring maar". Dat doe ik 3x. De kinderen vinden dat geweldig!
Zo zijn we op het strand terecht gekomen. 
Op het strand loopt een Krab en die wil graag weten of de piraat ook kan lopen zoals hij doet.
Dat kunnen we natuurlijk!! Eerst gaan we zitten met onze benen vooruit, we zetten onze handen achter onze billen, dan zetten we onze voeten op de grond en duwen onze buik omhoog. Dan vraag ik of de kinderen ook opzij kunnen lopen, want dat doet een Krab. En ja hoor!! Daar gaan ze. Sommigen krijgen er geen genoeg van en lopen het hele lokaal door. Dan vraag ik of ze weer op hun matje willen gaan zitten en met hun armen te wiebelen want die hebben veel moeten doen. Nu mogen de armen even uitrusten.
Ik vertel dan dat er in de zee een vriendje van de Krab woont maar die kan niet op het strand komen want dan gaat hij dood. Het is de Haai.
Wanneer ik het kaartje van de Haai laat zien ligt iedereen direct op zijn buik met handen en benen omhoog. Maar ik vertel dat we yoga in kleine stukjes, langzaam doen. Dus vraag ik of ze eerst op hun buik willen gaan liggen en of ze kunnen voelen dat hun buik tegen het matje aan beweegt. Jaaaaa.... zeggen de meesten dan!
Dan mogen ze de benen omhoog doen met de voeten tegen elkaar. Het vastpakken van de handen op de rug is voor sommigen nog moeilijk. Ik help ze daarbij omdat ze soms niet voelen dat hun handen elkaar kunnen raken.
Het hoofd mag omhoog en dan wiebelen we heen en weer alsof we in de golven liggen.
Een enkel kindje zegt dan dat de buik zeer doet en stopt. Dat is natuurlijk prima. Als we gaan zitten wrijven we over onze buik en slaan even met onze handen op de grond.
Dit is het eerste deel van de les. Morgen schrijf ik verder aan het tweede deel.
Bij deze haai zijn 3 steentjes getekend. Daar vertel ik over in het 2e deel.





Krab met 3 steentjes

Ik vraag de kinderen altijd of ze iets willen tekenen. Hier werd dat de golven van de zee.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten